Steun ons en help Nederland vooruit

donderdag 24 augustus 2017

Hoe doof mag je zijn als politicus en bestuurder?

Politici zijn vaak selectief doof. Ze horen vooral de geluiden uit de eigen achterban en nemen hun argumenten kritiekloos over. Voor de ene partij zijn dat de boeren, voor andere de vakbonden, de actiegroepen of de werkgevers, et cetera.

Op zich is dat geen groot probleem, omdat ons stelsel garandeert dat er (politieke) tegenkrachten zijn, die zorgen voor evenwicht en meestal willen goede bestuurders wel naar alle geluiden luisteren. Het wordt pas een probleem als ook bestuurders selectief doof zijn, zoals in onze gemeente met betrekking tot de intensieve veehouderij. Onze bestuurders gaan door met het goedkeuren van uitbreidingsplannen ondanks de overvloed van geluiden om verdere uitbreiding (tijdelijk) te stoppen.

Zo ligt een RIVM-rapport, waarin gewezen wordt op mogelijke gezondheidsrisico’s. Zo was er in het verleden de Q-koorts met grote gevolgen voor mens en dier. Zo waren er recent een aantal grote aantal branden, waarbij tienduizenden dieren zijn omgekomen. Die dieren hebben ongelofelijk veel geleden en ook veel geluid gemaakt!

En zijn steeds meer tegengeluiden. De provincie Noord-Brabant heeft besloten het aantal dieren niet verder uit te breiden en zelfs de LTO heeft laten weten dat verdere uitbreiding (onder voorwaarden!) ongewenst is. Maar al deze geluiden dringen blijkbaar niet door tot onze bestuurders. Zij luisteren alleen naar de geluiden van de boeren en gaan door met hun kortzichtige beleid op basis van de verkeerde argumenten. Aanpassing van dat beleid leidt immers niet per definitie tot grote schadeclaims, zoals men beweert.

Henk Kemperman,
D66 Horst aan de Maas